Misschien kent u dat lied nog wel; stil maar, alles wordt nieuw. Het past bij de tijd van het jaar waarin we leven: bijna eerste advent, de weken voor Kerst waarin we uitzien naar het feest van Jezus’ komst op aarde.
Je voelt tijdens de advent tussen de kwetsbaarheid van het kind; geboren in de woelige en vaak gewelddadige wereld van het Romeinse Rijk, en Gods plan, dat zich tussen de regels door onstuitbaar ontvouwt. Het beeld van het kind in de voederbak roept elk jaar, ook dit jaar, opnieuw ontroering op. Maar als dat het enige was, zou Kerst vooral een feest zijn van terugkijken en herdenken zijn. En dat is het juist niet!
Vol verwachting
Voor zover we weten, vierden de christenen in de vroege kerk geen Kerst en deden ze niet aan advent. Maar ze keken wel vol verwachting uit naar Jezus’ terugkomst op aarde, in Jezus’ woorden en daden hadden ze een glimp opgevangen van Gods nieuwe wereld. En ze konden niet wachten tot die nieuwe wereld volledig zou doorbreken! In heel het nieuwe testament speelt dat wachten op de komst van het Koninkrijk van God een belangrijke rol. Johannes de Doper en Jezus vertellen over de tijd: ‘Gods nieuwe wereld in dichtbij. Geloof dat goede nieuws!’
Uiteindelijk blijkt het toch langer te duren. Ziekte, dood, machtsmisbruik en onrecht blijven deel uitmaken van het leven op aarde. De hooggespannen verwachtingen maken plaats voor vragen en zelfs ongeduld.
Advent is in onze kerk een tijd geworden om aan deze verwachtingen te denken en daarbij stil te staan. We wachten in de weken niet alleen op de geboorte van Jezus, op zijn komst als mens naar deze wereld. Dat is geen passief, stil afwachten in de hoop dat het eens beter zal worden, maar een actief afwachten, waarin we onszelf en – voor zover het in onze macht ligt – de wereld om ons heen, voor te bereiden waarop echt alles nieuw wordt.
Nog niet en al wel
Gods nieuwe wereld is er al wel en toch ook nog niet. De oproep om met geduld uit te kijken naar de dag waarop Jezus terugkomt, is een bemoediging om standvastig te zijn en het vertrouwen niet te verliezen. Dan kunnen we toekomst tegemoetzien in het geloof en vertrouwen dat het leven in Gods hand is. En dat God zal handelen op zijn eigen tijd en op zijn eigen manier. Wachten is dan geen nietsdoen en afwachten. Het is een actief of ‘gevuld’ en hoopvol wachten. Een uitzien naar. Vol verwachting. In geloof.
Ik wens u van harte een gezegende adventtijd toe,
met het vooruitzicht van een Zalig Kerstfeest!
Pastoor Jurgen Jansen